Wandeling over de landerijen

Na een stormachtige periode met veel neerslag, breekt er een andere tijd aan. Met een schep in de hand doorkruisen we de landerijen, een verslag.

 

Als de zon opkomt, is de bodem licht bevroren. De in november gezaaide wintertarwe staat wat dun, de graszode lijkt niet helemaal dood te zijn gegaan. Wel zie je het voordeel van spit-zaaien: er is niet over het losgemaakte ons gereden, daardoor kan de bouwvoor veel vocht aan.

Op naar een volgend perceel: De wintertarwe die september al gezaaid was, heeft zich al behoorlijk ontwikkeld. Op een perceel met lager gelegen delen gaan we wel schade van de vele regenval ondervinden. De vele zwanen die op het veld overwinteren, doen er geen goed aan. Het nut van goede drainage en goede waterafvoer via de sloot, is helder. De drains doen hun werk.

Door naar het vorig najaar ingezaaide grasland. Dat heeft zich al fors ontwikkeld. De meegezaaide klaver laat zich niet zien.

De percelen agrarisch natuurbeheer houden zich nog rustig. Ze bieden een schuilplaats voor akkervogels. Enkele hazen en een koppel reeën houdt er huis.

Dan de percelen waar we suikerbieten willen telen. Met in de lage delen nog water tussen de ploegvoren, is het zomaar geen zaailand.

Als de zon weer ondergaat, zien we op de laatste percelen weer een verschil. Daar waar veldbonen groeiden, waar we tijdens de teelt en de oogst amper over het land hebben gereden, is de grond relatief mooi en droog. Het perceel er naast, waar we laat in het najaar suikerbieten hebben geoogst, is het land nat en sompig.


Tijdens zo’n rondje langs de velden krijg je weer zin in het nieuwe teeltseizoen. Je ziet de natuur zich voorbereiden op de lente. De les is wel weer dat het nog beter moet met de bodem. We zullen nog meer tijd en geld moeten besteden aan vlakkere percelen, betere drainage en alleen werken op het land als de bodem het verdraagt.


Als tijdens de rondgang de berichten over de oorlog in Oekraïne elkaar opvolgen, dan besef je hoe rijk we zijn, als vrije boer in een vrij land. Wat gaat die oorlog voor ons als Nederlandse voedselproducent betekenen? Agrarisch gezien is Oekraïne groot, het kan 600 miljoen mensen voeden. Maar hoe zal dat dit jaar gaan? Zou het verstandig zijn om op onze boerderij dit jaar de focus op biodiversiteit en natuurwaarde iets meer te verleggen naar kg- opbrengstmaximalisatie? Is het misschien onze verantwoordelijkheid om dit jaar zoveel mogelijk eten voor mens en dier te produceren? Wat vind jij?


Bekijk het bericht op Facebook voor meer foto’s bij dit verhaal.

27 februari 2022